Zolang er al mensen in Europa leven, gebruiken zij steen als basismateriaal om gereedschappen van te maken. Het is het materiaal waarvan de ontwikkeling van de jagers-verzamelaars uit de steentijd wordt afgeleid. Wat voor ons plastic is, was voor de prehistorische mens steen. Ook in de ijzertijd werd steen, in het bijzonder vuursteen, nog veelvuldig gebruikt.
Vuursteen heeft de eigenschap dat als er op geslagen wordt met ijzer of piriet er vonken vrijkomen, waarmee je met behulp van tondel vuur kan maken. Door de zeer fijne structuur van het materiaal kunnen de steen en de scherven die er vanaf worden geslagen erg scherpe kanten hebben. Daardoor kun je er moeiteloos mee door een dik stuk leer snijden.
In het begin van de Steentijd gebruikte men steen vooral nog om botten mee open te breken, zodat daar het merg uitgehaald kon worden. Later werden de gereedschappen steeds verfijnder en hadden ze specifieke functies. Men maakte slagstenen, maalstenen, schrapers, vuistbijlen, messen, speer- en pijlpunten.
Ze gebruikten steen om vuur te maken, hout te bewerken, huiden te prepareren, graan te malen, in sieraden enz.
Aanvankelijk bestonden de gereedschappen nog uit één stuk, maar later werden gereedschappen gemaakt die bestonden uit meerdere scherpe stukjes vuursteen die werden vastgeplakt met hars of teer in een houten of benen houder. Hierdoor werd het veel eenvoudiger om bepaalde gereedschappen te maken.
De winning van vuursteen nam in de steentijd al industriële vormen aan. In Limburg zijn daar sporen van teruggevonden. Steen werd aan het einde van de prehistorie niet door brons en ijzer vervangen. Die materialen waren daar nog veel te duur voor.
van april t/m oktober:
iedere zaterdagmiddag van 13:00u tot 17:00u
€ 6,- per persoon
Kinderen t/m 3 jaar gratis
Honden verboden (ivm onze loslopende schapen)