Het boerenbestaan

Het boerenbestaan

Een belangrijke vernieuwing was de aanleg van de zogenaamde Celtic Fields, een akkerbouwsysteem dat tot in de Romeinse tijd in gebruik zou blijven. Celtic Fields zijn kleine vierkante akkertjes van ca. 40 x 40 meter, omgeven door lage aarden wallen. Deze akkertjes werden aangelegd op plaatsen waar het bos eerst werd gekapt en verbrand. Stronken, afval en stenen werden op de wallen geworpen. Op de akkertjes werd gierst, spelt, emmertarwe, bonen, vlas etc. verbouwd. Uitgeputte akkers werden ‘bemest’ door braaklegging in combinatie met begrazing. Bemesting moet ook al hebben plaats gevonden door aanvoer van zoden (plaggen). De akkers werden geploegd met een eergetouw, een heel eenvoudige ploeg die het land alleen maar open scheurde. Als deze akkers na verloop van tijd uitgeput raakten, werden nieuwe bijgemaakt. In de loop der tijd ontstond zo een schaakbordpatroon van akkertjes. Een andere benaming voor deze akkers is dan ook wel raatakkers, omdat ze uit de lucht gezien veel gemeen hebben met de vorm van een honingraat.

De boerderijen stonden in groepjes verspreid en vormden zo een nederzetting bestaande uit enkele boerderijen, schuren en spiekers. Vaak wordt bij opgravingen ook een waterput teruggevonden. De veekralen bestaan uit een vlechtwerk van wilgentenen. Afhankelijk van het type boerderij konden mens en vee onder één dak leven. Als een huis na ongeveer één generatie onbewoonbaar was geworden, werd verderop een nieuw gebouwd. Het oude huis werd waarschijnlijk niet afgebroken, maar zo lang mogelijk gebruikt voor andere doeleinden. Zo ‘wandelde’ een nederzetting in de loop van de jaren door het landschap (zwervende erven). Op de zandgronden in Brabant en Drenthe zijn het gemengde bedrijven geweest van akkerbouw en veeteelt. Veel van deze boerderijen worden bij archeologisch onderzoek terug gevonden op de flank van de hogere dekzandruggen naar de lager gelegen weidegronden. In de nattere (veen)gebieden was het boerenbedrijf meer toegespitst op veeteelt. Jacht, visvangst en het verzamelen van eetbare planten, vruchten en noten uit de natuur moet van ondergeschikt belang zijn geweest. Toch worden regelmatig jachtwapens en een enkele keer een boomstamkano teruggevonden.